16 juli: poging 2 Verboden Stad

16 juli 2013 - Beijing, China

Beter voorbereid waren we op dinsdag om half 9 bij de ticketoffice (bijna geen rij!) van de Verboden Stad. Het was al warm en het beloofde een stralende dag te worden. Wat een verschil met de dag van gisteren! Agnieszka was al binnen en nadat we eerst in de rij hadden gestaan voor twee digitale rondleidsters en daarna in een andere rij voor een oor-ding en een ophangbandje kon de tour beginnen. GPS-gestuurd vertelde onze dame wat we konden zien. Althans, dat was de bedoeling. Ik heb de introductie twee keer gehoord, Erik's Miep gaf de introductie drie keer en ging toen digitale koffie drinken en Agnieszka probeerde de intro in het Pools, Engels, Frans, Duits en Russisch, maar kwam niet verder dan de tweede poort. Made in China, denken wij. Alleen mijn dame vond de weg terug en gaf regelmatig uitleg. Gelukkig waren er uitlegborden in het Engels. En verder is gewoon kijken (en foto's maken) al een hele klus.  

Om de Verboden Stad te typeren heb je maar een woord nodig: GROOT. Maar er is natuurlijk meer over te zeggen. De gebouwen zijn prachtig, de pleinen wijds, de details, kleuren en uitvoering overweldigend. De hele opbouw is er op gericht het hierarchische systeem, de macht en de rijkdom van de keizer en eventueel de hogere echelons een podium te bieden; de plaats te zijn voor rituelen en ceremonies die het hogere en hemelse van de keizer benadrukten. De lagere geledingen en het  gewone volk konden volgens vaste afspraken, daar beneden, hoogstens een staplaats krijgen. Op sommige pleinen leken daarvoor merktekens op de  grond aanwezig. We volgden de grote lijn door het complex en klommen naar de hoger gelegen paviljoens  links van de centrale as. Dat leverde een ander perspectief op en een blik op de omgeving. Het gehele complex blijft onoverzienbaar groot.

Agnieszka en ik maakten weer heel veel foto's van al het moois, van ons drieën, van vergezichten en details, van dakranden en van Chinezen, al dan niet met ons samen. Nu ik, een paar dagen later (op weg naar Wutaishan, waarover later meer), de foto's terug kijk realiseer ik me nogmaals hoe waanzinnig veel rijkdom, materiaal en manuren in dit megalomane project zitten. Overigens, de vergelijking met bijvoorbeeld Vaticaanstad drong zich al rondkijkend vanzelf aan mij op. Overal ter wereld doet men aan zelfverrijking en zelfverheerlijking, al dan niet onder het mom van eerbetoon aan een hogere macht. Uitwijden over wat we allemaal gezien hebben lijkt me onbegonnen werk, dus kijk lekker in het fotoalbum van deze dag. Er is voor jullie lezers/kijkers een uitdaging bijgekomen; ik zag dat de volgorde van de verhalen niet meer klopt.... Opletten dus, ik blijf publiceren!  

Twee dingen wil ik er wel uitlichten.  
Het eerste zijn de gevechten om een blik te kunnen werpen op het inwendige van de gebouwen. Er is steeds een grote deur open met een hekje er voor en daar overheen wil iedereen naar binnen kijken. Chinezen zijn er heel goed in om vanuit onverwachte hoek voor je in de rij of in de massa terecht te komen (als in het verkeer). Ik moest bijna op de vuist om het treinstation in Beijing binnen te komen, maar daarover later meer. De foto's van interieurs van de gebouwen heb ik dus maar over de voordringende massa heen gemaakt.    

Ten tweede: het toetje van de Verboden Stad was toch wel de Keizerlijke Tuin. Die was werkelijk prachtig met oude cipressen (op krukken), bloemen, intieme tempeltjes en pagoden en bovendien ietsje koeler dan de snikhete pleinen. Agnieszka's hersenen dreigden uit haar hersenpan te koken, zei ze. Helaas hebben we de oostelijke gebouwen niet gezien, waar zich de jade, goud en zilver collectie bevindt, maar op een gegeven moment ben je verzadigd, half gesmolten en tot de knieën afgesleten en is het genoeg! Een waterijsje scoren en de poort uit, de gewone wereld weer in.  

Die drong zich even overweldigd maar  ietsje anders al snel aan ons op. Eerst waren daar souvenirverkopers, op ooghoogte maar ook zittend op de stoep waar wij ons uit de dichte menigte een weg naar rustiger oorden wilden banen. Dan de dames en heren met aanbiedingen voor de inwendige  mens en tot slot, ik had het al aangekondigd, het menselijk leed als inkomstenbron. We zagen, uit onze linkerooghoek, achtereenvolgens (opsomming uit de losse pols, want je raakt er bijna van in shock als je langs loopt): een stokoude en grauwe man met een snaarinstrument van een blikje en een stok, een luid orerende man zonder benen, eentje met een ritssluiting waar eerst zijn linkerarm en -schouder hadden gezeten, een playbackende man wiens lippen en deel van zijn gezicht weg-verbrand waren, een dwerg met een enorme bochel en een man die op de grond lag, naast zijn bedelnap, en zijn verkoolde linkerarm over het trottoir stak. Vanuit de Hemelse Vrede van de Keizer het Aardse Strijdgewoel in. Je hart en je maag raken samen in één knoop akeligheid...  

Even diep ademhalen (Metaal trekt de acute stagnatie in Vuur en Aarde vlot?) en verder, want we hadden nog een missie, een TCM-boekhandel vinden op Wangfujing Dajie, om een kaart van het Innerlijke Landschap te scoren voor G&W-Marieke. (Marieke, net (in Wutaishan) een belletje van Agnieszka gehad dat ze een geschilderde replica (iets met olijfgroen, zwart  en wit, we wachten maar af) gevonden heeft; ze koopt voor ons beiden een exemplaar en stuurt ze vanuit Polen naar mij op).

In Wangfujing lukte het dus niet en we stortten ons in de metro naar ons hotel, om elkaar 's avonds weer te treffen bij de Chinese opera. Onze contactpersoon had ook voor Agnieszka een kaartje geregeld. We  dachten nog: zou er nog wel plaats zijn? Nou, plenty! We begrijpen niet hoe deze tent kan draaien; het operatheater is een traditioneel gebouw met een zaal met tafels en stoelen en een balkon rondom. Voor in de zaal is een podium met pilaren en een dak. Nu ik het beschrijf komt het oude Shakespearetheater in Londen me voor de geest, precies zo'n podium! Op de gereserveerde tafels staat  een pot thee en kommetjes klaar en schaaltjes  met  watermeloen, gesuikerde  pinda's (knalhard) en geconfijte dadels (iets minder hard).  Zo te zien waren er zo'n dertig bezoekers; de meeste tafels waren onbezet.

Er werden twee stukken opgevoerd. In het eerste miauwde een meisje de sterren van de hemel; ze werd door een elegante heer verleid met een cadeautje en kreeg vervolgens een komische reprimande van haar moeder (gespeeld door een heer). In het tweede werd niet gezongen of gesproken; daarin werd een treffen uitgebeeld tussen een vechtmeneer en een vechtmevrouw,  ieder met vier secondanten. Ze dwarrelden, rolden en stuiterden in verschillende formaties over het podium. De vechtmevrouw gooide met stokken en ving alles weer netjes op en keek intussen voortdurend met uit hun kassen rollende ogen de zaal  in. Na elk kunstje leek er een afsluitende  tromroffel te zijn en wilde vooral  Erik hard klappen, maar vals alarm, ze ging steeds maar weer door. In het  afsluitende stuk gooiden de vier secondanten van de tegenpartij om beurten hun stokken naar haar  toe en ketste de vechtmevrouw alles met haar poezelige voetjes door naar een ander of terug naar de afzender. Een onnavolgbaar stukje Chinese acrobatiek en jongleren! Daarna mochten we eindelijk heel hard klappen.  

We namen afscheid van Agnieszka; wat hadden we het deze dagen gezellig gehad met elkaar! Zij bleef nog een paar dagen in Beijing,  wat wij gingen doen leest  u in het volgende verslag!  

Groet! Wilma, en ook van Erik!

Foto’s