25 juli: terracotta leger en heet eten in Xi'an

25 juli 2013 - Xi An, China

Donderdagochtend werden we, na een te lekker en zeer Westers ontbijt, opgehaald voor de trip naar het Terracotta leger. Voor we de stad uit waren duurde even, maar daar was dan toch het enorme complex dat om pit 1, pit 2 en pit 3 is gecreëerd. Bij de poort kwamen we Laura en Lucas met gids tegen, net nadat wij met een gids van het museum in zee waren gegaan. In de brandende zon wachten op een golfkarbusje (omdat dat sneller zou zijn?) en toen naar de museumhal. Daar stonden een origineel en een replica van de twee bronzen wagens met vier paarden er voor. Foto's lieten zien hoe deze historische vondsten aangetroffen zijn in de graftombe van de keizer, die dit, alweer megalomane, project liet opzetten voor zichzelf. Het complex werd nog voor het volledig voltooid was door opstandelingen in het jaar 207 voor Christus gebrandschat.

Vervolgens bezochten we een grafkuil, waar vooral de opbouw goed te zien was en kapotgeslagen beelden van krijgers en paarden. Ze lagen erbij alsof ze gesneuveld waren in de strijd.  

De gids leidde ons in een volgend gebouw langs de beelden van krijgers, een officier en een boogschutter, waarbij ze ons uitlegde waaraan deze te herkennen zijn. Ook waren er bronzen objecten te zien, die in het graf gevonden zijn. Nog steeds is men aan het opgraven en conserveren. Veel beelden worden in hun beschermende graven gelaten, om de kleuren te behouden. Deze vervagen namelijk vrij snel nadat ze aan lucht en licht worden blootgesteld. Van de beelden die nu worden blootgelegd, dekt men de gekleurde delen zo snel mogelijk af.

Na dit museum bezochten we de twee overige grafkuilen. In de eerste stonden, volgens de boekjes en de gids, officieren in overleg en bewakers rondom. Tevens vier paarden met hun menners er achter, de teugels verdwenen. Als klap op de vuurpijl de grote hal waar de honderden beelden in slagorde in hun kuilen staan opgesteld, en waar de restauraties plaatsvinden. Ik moet zeggen dat er onmiskenbaar een gevoel van opwinding over mij komt bij het bezoeken van dit soort grote historische fenomenen. Het besef dat ik, dat wij hier werkelijk staan en dit met eigen ogen aanschouwen,  is bijzonder. Als je de toeristische poppenkast die rondom culturele of natuurhistorische bezienswaardigheden wordt opgevoerd naar de achtergrond verbant, blijkt de grootsheid van het basale gegeven tot je hart en je ziel te kunnen doordringen. Het zijn wel stiltemomenten die je moet zoeken in de chaos van het geheel. Pas op de plaats...

Het is dan dus  maar goed dat er een gids is die je langs de belangrijke stukken jaagt, anders waren we niet om half één bij de chauffeur terug geweest. Dat lukte toch net niet helemaal, omdat de gids ons ook nog meenam langs de museumwinkels en warrior-van-echte-gele-klei-met-echt-echtheidscertificaat aan ons probeerde te slijten. We kochten wel het museumboek-met-tien-ansichtkaarten, waar Dé-enige-echte-boer die de graftombes heeft ontdekt bij het graven van een waterput, een handtekening in zette. Je mocht geen foto van hem maken. Erik bedacht dat de mensheid anders zou kunnen ontdekken dat er morgen een andere enige-echte-boer zou ziten. De grap was ook dat op de heenweg de route te lang zou  zijn om te lopen, dus werden we het karretje ingekletst, en op  de terugweg was het 'only two minutes walk'. Ja, aan mijn neus, tien minuten stevig doorstappen langs de museumwinkels, souvenirkraampjes, KFC en andere eettenten. Kortom, je wordt gemanipuleerd waar je  bij staat. We hebben er samen hartelijk om gelachen.

Terug in Xi'an fristen we ons wat op en aten fruit. Erik dook in zijn digitale boek en ik wifiede in de lobby een verslag en foto's de wereld in. Toch lastig, geen wifi op de kamer. Daarna de stad weer in, eerst naar de Belltower, midden op onze rotonde. Gisteren hadden we al uitgevogeld hoe we, via de oversteektunnels (of ondersteektunnels eigenlijk), daar terecht konden komen. Dat was een komische ontdekkingstocht; elke keer kwamen we als molletjes ergens boven de grond, om te bemerken dat we toch weer op de verkeerde plek waren. Pas na een aantal pogingen ontdekten we de bordjes: 'To the Bell Tower'. We ontdekten ook een ondergronds warenhuisje, met Hollandse kaas, yoghurt, lingerie, huidverzorging etc. De groentenafdeling was nog een verdieping lager, heel bizar.

Na de Belltower bezochten we de Drumtower, een eindje verderop, en liepen vandaar uit de  islamitische wijk in,  op zoek naar de Moskee-in-Chinese-stijl. Die hebben we niet gevonden, maar wel genoten van alle winkeltjes, kraampjes, mensen en hectiek in de straatjes. Alle karretjes en brommertjes toeteren, alle fietsen bellen, verkopers roepen, hier en daar herhaalt een megafoon honderd keer hetzelfde riedeltje. En wij roepen Hallo terug, naar iedereen die Hallo naar ons roept. Gelukkig hebben we alle presentjes al binnen en hoeven we nergens de onderhandelingsstrijd meer aan.

En ik maak foto's, veel foto's. Ik maak ook foto's niet, bijvoorbeeld van dat groepje mannen in witte gewaden en met hun witte petjes op,  allen in meer of mindere mate  invalide, de blinde man aan de schouder van een jongetje, die harder ging roepen toen wij in de buurt kwamen; had het jongetje hem ingefluisterd dat er toeristen aankwamen? Van de vaders met een slapend kind in de armen, van het kleine mannetje dat op handen en voeten een stoepje op klauterde, waarbij door zijn open-kruis-broekje achtereenvolgens zijn billen, zijn balletjes en zijn piemeltje in beeld kwamen, foto's van armoede vanwege de armoede...

Omdat we niet op straat willen eten, duiken we een schoon uitziend restaurant in. Met handen en voeten maken we duidelijk dat we graag lamsspiesjes (Bèèh) willen; die worden daarop voor ons bij de buurman op straat gehaald! Mmmm, godzegendegreep. Meteen afrekenen graag. De twee schotels die we bestellen, blijken meer dan spicy te zijn. Na een paar happen doet mijn tong zeer, brandden mijn lippen en staan al mijn poriën wagenwijd open. Erik's aanzien doet vermoeden dat hij gelijktijdig lijdt en geniet (zie fotoalbum). Ik probeer mijn lippen te blussen met een koel broodje.

Gaandeweg wordt het donker; dat levert weer nieuwe, prachtige beelden op. We worstelen ons terug naar de Belltower, die al een voorschot op de Kerst lijkt te hebben genomen. Een ijsje bij Häagen Dasz, even kletsen met een stel Britten (ondertussen dooretend, want het ijs smelt toch al harder dan ik het kan opeten) en dan lekker naar ons hotel. Douchen, lekker douchen!

En de koffers pakken, want morgenochtend staat om acht uur de taxi voor, om ons naar de luchthaven te brengen voor onze vlucht naar Shanghai, onze laatste standplaats van deze reis.

Foto’s

2 Reacties

  1. Nienke:
    27 juli 2013
    Ni hao! Wéér genoten van je treffende beschrijvingen. Al moest ik bijna huilen van het jongetje met het gat in z'n kruis.. Triest.
    Have fun in Sjanghai!
  2. Wilma van Maarschalkerweerd:
    27 juli 2013
    Niet huilen om dit mannetje hoor. Veel kleintjes hebben geen luier om, maar worden boven de goot, plantenbak of vuilnisbak gehouden on door hun open kruis te plassen. De iets groteren gaan zelf ergens hurken. Heel praktisch, maar als ze groot zijn plassen ze nog overal. Geen wonder dat het overal naar urine ruikt.