20 juli: tempeldag Wutaishan

20 juli 2013 - Jiangmen, China

In Flower Hotel moet je voor half negen hebben ontbeten; dat levert een lekker lange dag op. We namen dus al redelijk vroeg op goed geluk een shuttlebusje en volgden de overige passagiers op een overstapplaats naar een andere bus. Deze bracht ons gratis en voor niks naar het midden van het dorp.  

Overigens, Wutaishan is een beschermd gebied, een geopark en om er binnen te komen moet je een kaartje kopen. De chauffeur stopte gisteren dus bij een soort tolpoort en gebaarde ons dat we naar de ticketoffice moesten. Daar zat een norse meneer die mij in het Chinees iets vroeg. Mijn antwoord 'twee' (met mijn vingers) was kennelijk niet goed, want hij herhaalde de vraag. Nog steeds was twee niet het goede antwoord. Toen wist ik het niet meer. Op het bord stond de prijs per persoon,  168 yuan, en de prijs per toeristenbus, per persoon, 50 yuan. Mijn hulpeloze gebaar richting de bus zorgde ervoor dat de chauffeur de Engelssprekende contactpersoon ging bellen. Die maakte mij via de telefoon van de chauffeur duidelijk dat ik een kaartje moest kopen. Zover was ik ook al. Nadat de kassaman iets tegen de chauffeur zei en de chauffeur iets tegen de contactpersoon, vertelde de  contactpersoon tegen mij dat we onze paspoorten moesten laten zien omdat 60-plussers gratis naar binnen mogen. Aha! Dat was het dus! Kennelijk niet helemaal want toen ik 200 yuan het kassahokje inschoof liet de kassaman mij, nu toch wel ongeduldig, een telmachine met het getal 234 zien. Geen idee hoe hij daaraan kwam; word ik hier genept of wat? Om van het gezeur af te zijn legde ik er 50 yuan bij en kreeg een kaart voor mezelf van 168 yuan en twee kaarten van 50 yuan. Voor de auto en de chauffeur? Ik begrijp het nog steeds niet. Ik kom met deze getallen op geen enkele manier bij 234.....  

We begonnen de tempeldag bij het Tibettaanse Tayuan klooster. Daar staat de 75 meter hoge witte pagode,  die het symbool van Wutai Shan is geworden. We hebben in dit complex aardig wat tijd doorgebracht. Het was goed om hier en daar te gaan zitten en de mensen en hun activiteiten te bekijken, de sfeer op je  in te laten werken. Onder de ronde pagode is een rondgang met gebedsmolens, waar mensen langs lopen. Sommigen  zetten de gebedsmolens bij het langslopen in beweging, anderen liepen alleen maar rondjes,  sommigen alsof ze een wedstrijd aan het lopen waren, sommigen prevelden hun gebeden, een enkeling deed dat hardop.  Er liepen 'toeristen', pelgrims (zo te zien aan hun kleding), monniken. Op de hoeken van de (vierkante) basis van de pagode staan 4 grote gebedsmolens, waar ook mensen om  heen liepen, ondertussen de molen meedraaiend. Bij de overigens prachtige tempelgebouwen werden andere rituelen uitgevoerd: het knielen voor de goden en vervolgens, brandende wierook (3, 5 of meer stokjes, nooit een even aantal) boven je voorhoofd  houdend, naar de vier windrichtingen (of de vier goden om een binnenplaats) buigen.

Het meest opvallende ritueel  is het van stand naar plat op je buik op de grond gaan (de handen schuiven daarbij over een gladde mat of plaat) en daarbij zowel staand als  liggend de handen in aanbidding samen boven het hoofd  brengen. En dat heel vaak herhalen. Sommigen beoefenaren hadden doeken en/of kussentjes voor hun knieën of lappen om hun knieën heen. Voor hun handen lagen 'schuiflapjes' klaar. Op een pleintje gaf een jonge monnik uitleg en mochten omstanders het een keertje  proberen. Er liepen ook veel vrouwelijke monniken; met hun vormeloze kleding en hun kortgeschoren haar soms moeilijk als vrouw te herkennen.  

We gingen langs de doorgaande weg wat eten en keken even aan de overkant van de weg of we met de kabelbaan omhoog wilden naar het klooster daarboven. Toch maar niet, omdat de kloosters rond de pagode een hoger 'echtheidsgehalte'  hebben, zeg maar. Er schijnt nogal wat 'oud'  bijgeknutseld te worden. Bij de voet van de berg stonden paarden met kleurrijke dekjes klaar om toeristen naar boven te brengen. Ze zagen er goed verzorgd uit en degene die ik voor Nienke voor de lens had kreeg een grote bos lang gras.    

We klommen via een weg in aanbouw langs een gebouw in aanbouw naar de toegang van het klooster Pusa Ding. Na de eerste poort was links een grote marmeren plaat met een rood Chinees teken er op, aan de onderzijde grijs van de vele handen die er over heen gewreven hebben. Velen gingen er op de foto, waaronder ik. Pas op de weg terug naar beneden vond ik een jongeman die voldoende Engels sprak om mij uit te leggen wat het teken betekent. Het staat voor Boeddha met alle daarmee samenhangende betekenissen. Dat zoeken we op!  

We beklommen de 108 treden van de steile trap naar de rijkversierde toegangspoort. Daarna begon het rondkijken en genieten van de gebouwen en vooral ook weer van de mensen. Het prachtigste cadeautje was een rijtje vrouwelijke monniken of pelgrims in bordeauxrode gewaden dat aangroeide van drie naar vier naar vijf naar zeven. Prachtige, stralende gezichten, al uitrustend met elkaar babbelend voor de tempel. Maar ook de meest belangrijke tempelhal met gouden beelden en vol kleurige doeken en vanen was een oogstrelend geheel. Hele volksstammen trokken er naar binnen om te buigen en te knielen en op de foto te gaan. Ook hier gebedsmolens en wierookvaten.  

Vanaf het klooster hadden we een prachtig uitzicht over het dal. Nog meer foto's.... We daalden af en waren inmiddels wel zo verzadigd en moe dat we ons tevreden stelden met een foto van de grote poort van het Xiantong klooster, ondanks alles wat er in de reisgids over geschreven staat. Nu ik, twee dagen later die moeie voeten niet meer voel, heb ik daar een beetje spijt van....Maar je kunt niet alles hebben. Zie het fotoalbum van deze dag voor wat we (o.a.) wel gezien hebben.  

De bodem van onze portemonnaies was in zicht en we moesten dus op zoek naar een geldautomaat. De eerste twee verwerkten alleen Chinese bankkaarten, die van Bank of China had het moeten doen, maar was buiten gebruik. Bij ons hotel en een andere deden de dames erg hun best om te begrijpen wat we wilden, maar dat werd ook  niets. De automaat in de hal van ons hotel hebben wij alleen nog maar op zwart zien staan. Goed, geen geld  dus. We hadden samen nog 180 yuan, zo'n 20 euro.  

Voor het hotel stond een kar met perziken en een dame met noten, zaden en gedroogde vruchten. De zak amandelen die ze voor ons vol schepte moest 300 yuan opbrengen (37,50); dat hadden we niet meer, maar we zouden die koop ook  niet gesloten hebben. Die avond aten we: perziken, restje amandelen, wat cakejes en Orio's, gedroogde vruchtjes en een beker Chinese Nescafé toe. In ieder supermarktje keken we de hele dag uit naar yoghurt, maar dat kennen ze hier niet.  

Ondanks de lege portemonnaie hebben we goed geslapen, vol vertrouwen dat we morgen in Pingyao wel ergens zouden kunnen pinnen. Om te beginnen om de chauffeur zijn fooi voor drie dagen te kunnen geven.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. Harm elsinga:
    22 juli 2013
    Hoi Wilma,

    Bedankt voor al je verslagen!
    Een goede thuiskomst gewenst en
    tot ziens op het NVA-secretariaat!

    Harm
  2. Wilma van Maarschalkerweerd:
    22 juli 2013
    Ha Harm, leuk dat je reageert!
    Ik kom nog lang niet terug hoor. Althans.... daar wil ik nog niet aan denken!
    Groet,
    Wilma